Nieuws

Onderzoek ‘A Billion to Gain’ volgde drie jaar lang huishoudens met microkrediet

Onderzoek ‘A Billion to Gain’ volgde drie jaar lang huishoudens met microkrediet

Recent verscheen het onderzoeksrapport ‘A Billion to Gain’, dat een boeiende inkijk geeft in de wereld van microkrediet. Met volgens de onderzoekers een niet geringe, positieve invloed op de huishoudens van leningnemers.

Het onlangs verschenen rapport van de vijfde editie van het onderzoek ‘A Billion to Gain’, een gezamenlijk initiatief van ING Bank en het NpM (Netherlands Platform for Inclusive Finance), geeft een boeiende inkijk in de wereld waarin we door middel van microkrediet het verschil willen maken. Doel van zo’n onderzoek is om de effecten te meten, waardoor mogelijk een antwoord kan worden gegeven op de vraag of microkrediet werkt. Maar dat blijkt in de (onderzoeks)praktijk behoorlijk complex en is ook sterk afhankelijk van de achterliggende vraag wat we met microfinanciering willen bereiken. Wie voor ogen heeft dat microkrediet het ultieme middel is om de wereld te verlossen van het armoedeprobleem, komt bedrogen uit.

Perpetual uit Ghana is al jaren klant van Opportunity InternationalIn haar recente blog over de positie van het midden- en kleinbedrijf in ontwikkelingslanden stelt Jacobine Geel, voorzitter van Oikocredit Nederland, dat het goed is om ons te realiseren dat het niet alleen de taak van de microfinancieringsinstellingen (MFI’s) is om hele economieën uit het slop te trekken. Een dergelijke ambitie, schrijft zij, zou getuigen van behoorlijke zelfoverschatting. Om daar aan toe te voegen dat we wel degelijk een belangrijke bijdrage leveren. Hoe die bijdrage er uit kan zien, wordt duidelijk uit het rapport van ‘A Billion to Gain’.

Voeding en gezondheid

Binnen het onderzoek zijn twee microfinancieringsprogramma’s onder de loep genomen: Basix in India en Opportunity International in Ghana. Beide programma’s zijn gericht op het verstrekken van groepsleningen, de meest oorspronkelijke vorm van microkrediet. Opportunity is één van ruim 800 partnerorganisaties waarmee Oikocredit nauw samenwerkt.

De vele honderden deelnemers aan het onderzoek zijn gedurende drie jaar aan de tand gevoeld over allerlei aspecten die van belang zijn voor hun welzijn en welvaren, zoals zakelijke activiteiten, huishoudfinanciën, de positie van de vrouw in het huishouden en daarbuiten, onderwijs en belangrijke thema’s als voeding en gezondheid. Waarbij niet alleen de huishoudens werden gevolgd die bij de start van het onderzoek een microkrediet afsloten, maar ook evenredig veel huishoudens die dit niet deden, de zogenoemde controlegroep.

Het onderzoeksrapport is zo’n 100 pagina’s dik en voor wie het Engels goed machtig is en geen moeite heeft met een veelheid aan cijfers beslist de moeite waard (download rapport). Ook in dit artikel een paar cijfers:

• Het merendeel van de verleende kredieten werd geïnvesteerd in een onderneming of agrarische activiteiten: in India 94% en Ghana 59%.
• In Ghana werd 77% en in India 60% geïnvesteerd in uitbreiding van reeds bestaande activiteiten.
• Aanzienlijk minder vaak werd met het krediet een nieuw bedrijf(je) gestart: 16% in Ghana en 8% in India.

Sociaal isolement

Voor de leek die oppervlakkig kennis neemt van de wereld van microfinanciering zijn dit mogelijk opvallende cijfers. De vraag dringt zich op waarom in Ghana ‘slechts’ 59% het microkrediet in een onderneming of agrarische activiteit investeert. En hoe komt het dat maar zo weinig leningnemers het geld blijkbaar gebruiken voor de start van een nieuw bedrijf(je)? Microkrediet is toch juist bedacht om mensen die geen of nauwelijks inkomsten hebben de kans te geven zichzelf uit de armoede te werken?

Ja en nee. ‘Ja’ in de zin dat natuurlijk ook deze mensen bereikt moeten en kunnen worden (lees als voorbeeld de blog: Hoe kus je de entrepreneur wakker in een bedelaar?). ‘Nee’ in de zin dat in ontwikkelingslanden heel veel mensen al wel een soort van onderneminkje hebben. Of een lapje grond bewerken. In deze landen is geen vangnet in de vorm van bijstand of een werklozenuitkering, zoals bij ons. Om het hoofd boven water te houden zul je dus in ieder geval iets moeten doen. Op het platteland bestaat dat ‘iets’ al snel uit het onderhouden van een stukje grond en in de stad is bijvoorbeeld de ambulante handel een activiteit waar veel mensen zich toe zetten. Maar er zijn ook mensen die zo weinig zakelijke activiteit ontwikkelen dat er zelfs geen sprake is van een ‘micro-onderneming’. Deze groep is moeilijk te bereiken, ook voor MFI’s. Het betreft hier vaak de allerarmsten, niet zelden mensen die in een sociaal isolement leven en wantrouwend zijn jegens instituties.

Positieve effecten

Ook uit eerder onderzoek is al gebleken dat de impact van microfinanciering zich niet beperkt tot de zakelijke activiteiten van de klanten. Sommige wetenschappers zien daarin de bevestiging dat de voordelen van microkrediet zich eerder in het huishouden manifesteren dan in de onderneming, omdat vooral de wijze waarop huishoudens de huishoudportemonnee ‘managen’ enorm verbetert. Bij mensen die in armoede leven is dit een cruciale factor, omdat het weinige geld dat ze hebben een centrale rol speelt in hun leven.

Vanuit die optiek blijkt microkrediet in ieder geval in dit onderzoek substantiële, positieve effecten te hebben. Zo steeg het gemiddelde inkomen in India met 13% en in Ghana met 10%. Volgens de onderzoekers is dat veel impact, want die inkomensstijging is het resultaat van relatief kleine leningen: in India gemiddeld 225 euro en in Ghana gemiddeld 475 euro. Daarnaast bleek het microkrediet ook een positieve invloed te hebben op tal van andere zaken, zoals de kwaliteit van de behuizing (sanitair, elektriciteit, dakbedekking), de voeding, het vermogen om onverwachte uitgaven het hoofd te bieden, versterking van de positie van vrouwen (zowel binnenshuis als in de gemeenschap), medische zorg, onderwijs en de hoeveelheid als ook de kwaliteit van het voedsel.

« Terug