“Ik draag niet alleen geld, maar ook een ideaal over.”
“Ik draag niet alleen geld, maar ook een ideaal over.”
Oma Hoogerbrugge schenkt haar participaties aan haar kleinzoons.
Zelf begon ze in 1985 met beleggen in Oikocredit. Nu draagt ze haar belang langzaam maar zeker over aan haar twee kleinzoons, Maarten en Joris. Wat ze later met hun belang doen, maakt haar in principe niet uit. “Daar ga ik niet over,” zegt Stien Hoogerbrugge. Maar stilletje hoopt ze dat ook het ideaal landt.
Sociaal gevoel en medemenselijkheid zijn oma Stien Hoogerbrugge met de paplepel ingegoten. Ze vertelt: “Mijn vader was huisarts in Berkel en Rodenrijs. Hij hielp altijd iedereen, dus ook mensen die geen geld hadden en niet verzekerd waren. Ik herinner me ook dat ons huis op een gegeven moment wel een klein ziekenhuis leek: toen werden er thuis een paar kinderen verpleegd met meningitis, een ernstige hersenvliesontsteking. Dat heerste blijkbaar en mijn vader vond het beter om die kinderen bij ons thuis te verzorgen, want dan waren ze dichter bij hun ouders…”
Als er een sociaal gen bestaat, zit dat zeker in het DNA van de familie Hoogerbrugge. Oma Stien: “Ach, dat is niet iets waar je mee te koop moet lopen, maar ik zie dat sociale wel terug bij mijn twee dochters en ook bij mijn kleinzoons, Maarten en Joris. Joris bijvoorbeeld is pas 10 jaar, maar op zijn rapport stond in een aantekening dat hij zo behulpzaam is. Dat vind ik heel mooi.” We zijn thuis bij Maarten (17) en Joris in het dorpje De Kwakel in de gemeente Uithoorn. Stien Hoogerbrugge (77) is een jaar of tien geleden begonnen met het overdragen van haar participaties in Oikocredit aan haar kleinzoons. Zelf belegt ze sinds 1985. “Ik ben tijdens een lezing geïnspireerd door Gert van Maanen, destijds bankier en medeoprichter van Oikocredit. Gert was een bankier zoals een bankier naar mijn idee hoort te zijn: dienstbaar en uitgerust met een hoge mate van medemenselijkheid. Al in de jaren ’60 was hij betrokken bij de eerste aanzet voor de oprichting van Oikocredit. Dat was in Uppsala in Zweden, waar de Wereldraad van Kerken bijeen was. Jonge kerkmensen spraken hem aan en vroegen wat de kerk met haar geld deed. De kerk was schathemelrijk, bezat overal gebouwen en landerijen en noem maar op en daar gebeurde eigenlijk niets mee. Toen is het idee geboren om een soort spaarbank te beginnen voor kerkinstellingen en kerkmensen, van waaruit leningen werden verstrekt aan mensen in de Derde Wereld. Die konden daarmee een kleine onderneming beginnen. Het slimme was dat ze dat geld in eerste instantie vooral aan groepen leenden, met name vrouwengroepen, waarin de sterkeren ook de zwakkeren konden meetrekken. En wat ook heel goed is: dat geld is natuurlijk niet weg. Het behoudt zijn waarde en je kunt het altijd weer terugvragen.”
Er groeit wat
Maarten en Joris luisteren aandachtig. Van de ontstaansgeschiedenis van Oikocredit hadden ze nog weinig weet. Oma Stien vervolgt: “Met het overdragen van mijn participaties draag ik niet alleen geld, maar ook een ideaal over. Er groeit wat en dat is een mooie start voor later. Voor Maarten en Joris, maar ook voor de mensen in de ontwikkelingslanden.”
Maarten: ”Absoluut. Het geld staat niet stil en je weet precies wat er mee gebeurt. En het zet je aan het denken. Zo ongeveer vanaf mijn 12de is mijn moeder gaan uitleggen wat Oikocredit inhoudt. En waarom ik elk jaar in de maand december een brief krijg in een mooie enveloppe. Daar staat volgens mij ook nog het woord ‘cadeau’ op. En dat is het, een cadeau! Die brief is het mutatieoverzicht, dus het overzicht van wat oma heeft doorgesluisd en het dividend, de rente zeg maar, die over die participaties wordt uitgekeerd.” Joris kijkt vragend naar zijn grote broer: “Participaties?”
Maarten: “Dat zijn een soort aandelen. Dan heb je dus eigenlijk een stukje van iets en met dat iets gebeuren hele mooie dingen…”
Op de vraag of Stien Hoogerbrugge nog wensen heeft over de wijze waarop haar twee kleinzoons later het geld gaan besteden, schudt ze heftig ‘nee’. “Het is, zoals Maarten zegt, een cadeau. En als je iets geeft, dan geef je dat en moeten Maarten en Joris maar zo wijs zijn om te kijken wat ze er mee doen. Daar ga ik niet over. Maar eerlijk is eerlijk: stilletjes hoop ik wel dat ook het ideaal landt.”
Maarten: “Dat komt goed oma! Ik weet best veel over India en Afrika. Ben me meer dan veel leeftijdsgenoten bewust van wat daar gebeurt. Maar ik voel me daardoor soms ook wel een beetje schuldig: dat wij meer hebben dan zij, dat is toch een soort ongelijkheid.”
Bent u geinspireerd door oma Hoogerbrugge en wilt u ook schenken, ga dan naar de pagina Schenken en nalaten