Als je het goed hebt, dan moet je ook iets teruggeven
Als je het goed hebt, dan moet je ook iets teruggeven
Een interview met Roy Budjhawan, over zijn ervaring met microfinanciering en zijn rol als voorzitter van het bestuur van Stichting Beheer Oikocredit Nederland Fonds
Roy Budjhawan is vader van twee jongens van 19 en 15 jaar. Hij is in 1968 geboren in Suriname en op zijn 11e is hij met het gezin naar Nederland verhuisd. Hij studeerde hier economie en rechten en begon zijn carrière als management trainee bij ING Bank en groeide daar door tot Head Microfinance. Sinds 2021 is hij Hoofd Impact bij Vebego International. Door zijn werk heeft Budjhawan veel ervaring met microfinanciering en kwam hij veel in contact met Oikocredit, dus toen hij in 2020 werd gevraagd om voorzitter te worden van Stichting Beheer Oikocredit Nederland Fonds, hoefde hij niet lang na te denken: “Ik heb altijd fijn samengewerkt met Oikocredit.”
Ervaring met microfinanciering
“Bij ING heb ik veel verschillende functies gehad. Ik heb bijvoorbeeld de afdeling Fraude en Kredietrisico opgezet. En met deze achtergrond mocht ik van ING gaan werken aan de oprichting van een sociaal ethische afdeling. Het plan was dat ING geld op zou halen in Nederland en dat dit geïnvesteerd werd in ontwikkelingslanden. Eigenlijk wat Oikocredit International ook doet.”
“Een van de redenen dat ik deze afdeling mocht opzetten, is waarschijnlijk mijn culturele achtergrond. In Suriname hadden wij het niet al te breed. Mijn ouders waren ongeschoold, dus ik kwam uit een relatief arm gezin. Ik heb gelukkig wel carrière kunnen maken en het geluk gehad dat ik kon studeren. Maar heel veel mensen kunnen niet naar school, omdat er geen geld is. Ik ben er van overtuigd dat als je mensen een kans geeft en een hand toereikt, dat dit heel veel verschil kan maken in hun leven. En soms hoeft dit ook maar een klein zetje te zijn. Ik heb ervaren dat mensen met een microkrediet zo dat kleine zetje krijgen.”
“Ik heb tien jaar als Head Microfinance bij ING gewerkt. Ik ben ook naar veel landen in Afrika, Azië en Latijns-Amerika geweest en ben naar al die kleine dorpjes gegaan om met mijn eigen ogen te zien wat voor impact microkrediet heeft op het leven van mensen daar. Ook heb ik veel onderzoeken laten doen die keken wat voor impact de leningen hadden. Vooral ook om te kijken hoe het beter kan.”
Screenen is belangrijk
“Tijdens een van mijn reizen kwam ik in één straat waar wel vier microkredietinstellingen zaten. Bij deze instellingen vond geen registratie of screening plaats. Zo kon iemand aan het begin van de straat beginnen en aan het einde van de straat had die persoon alle instellingen bezocht en overal 100 euro geleend. Op deze manier benadeel je de microkredietondernemer, want die heeft vaak niet geleerd hoe hij of zij met geld om kan gaan. De ondernemer heeft ineens 400 euro en die denkt misschien hier leuke dingen van te doen. Ik geloof dat de meeste instellingen wel goede intenties hebben, daar ga ik vanuit, maar sommigen zullen ook de intentie hebben om zoveel mogelijk kapitaal uit te zetten, want de rentes zijn interessant. Daarom is het zo belangrijk om zowel de microfinancieringsinstellingen als de ondernemers goed te screenen en hen ook te leren om met geld om te gaan.”
Vrouwen en microkrediet
“Ik heb meerdere keren het verschil tussen vrouwen die microkrediet ontvangen en mannen laten onderzoeken. Het bleek dat vrouwen vaker succesvoller waren met hun onderneming en de lening vaker terugbetaalde, maar het bedrijf werd niet vaak heel groot. Bij de mannen werden de bedrijven vaker wel groter. Er is dus een bepaald gedrag bij vrouwen dat er voor zorgt dat ze verstandiger zijn. Je zag namelijk een duidelijk verschil aan waar mannen en vrouwen hun winst aan besteedden. Als je sociale impact wil realiseren, dan kan je het geld het beste lenen aan vrouwen, want die besteden het geld aan hun gezin.”
Mensen helpen
“Ik ben denk ik altijd wel bezig geweest met het helpen van andere mensen. Naast mijn werk heb ik altijd nevenfuncties gehad. Ik heb in vele besturen gezeten en heb daar nooit geld voor gevraagd, omdat ik denk dat als je het goed hebt, dat je dan ook iets moet teruggeven aan de maatschappij. Dit doe ik door mijn expertise en tijd beschikbaar te stellen, zoals mijn voorzitterschap in het bestuur van SBONF.”
“Ik heb dit niet specifiek in mijn opvoeding meegekregen, het goed doen voor een ander. Maar mijn ouders gaven wel altijd het goede voorbeeld. Mijn ouders waren arm in Suriname. Ze waren ongeschoold en hadden vijf kinderen. Maar toch, als iemand hulp nodig had, dan stonden ze altijd klaar. Het geven zit wel bij ons in het gezin. Het nooit benadelen van anderen hebben ze mij wel meegegeven. Zulke dingen neem je toch mee en dat doen we dan ook in ons eigen gezin. Je moet dingen niet toe eigenen, maar je kan ook delen. Dingen doen voor mens en maatschappij.”